Sinds 1909 staan twee leeuwen bij de Leeuwentrap in Vlissingen. Deze trap bevindt zich aan het einde van de Badhuisstraat bij de toegang naar de Boulevard. Aan de voet van deze trap stonden aanvankelijk twee kleine leeuwtjes. Die waren door vandalisme ernstig beschadigd. In 1909 werden deze kleintjes daarom vervangen door de veel grotere leeuwen, die er nu nog steeds staan.
Over deze beelden heeft Doeke Roos jr. enkele artikelen geschreven in de Vlissingse Stadsveste (zie pagina media). De ene leeuw draagt het Rijkswapen, de andere het wapen van Vlissingen. Vermoedelijk is dit wapen in de plaats gekomen van het oorspronkelijke Amsterdamse stadswapen.
De leeuwen zijn afkomstig van het Amsterdamse Centraal Station. Ze werden in 1909 verwijderd van hun oorspronkelijke standplaats op het spoorviaduct over de Westertoegang (direct naast het stationsgebouw). Ze stonden daar op plaats 3 en 4 (zie overzichtskaartje in rood aangegeven). Dit viaduct was dermate verzakt, dat het moest worden gesloopt. Bij de herbouw van het viaduct 85 meter westelijker werden de acht leeuwen niet teruggeplaatst. Twee ervan werden door de gemeente Vlissingen gekocht voor 225 gulden.
In 1974 besloot de gemeente Vlissingen dat de zeewering moest worden versterkt en verhoogd. In verband daarmee werd de leeuwentrap tijdelijk afgebroken. In december 1974 moesten de leeuwen daarom opnieuw weg van hun standplaats. Dit keer tijdelijk. Ze werden gedurende het werk aan de zeewering achter gaas opgeborgen (er zijn enkele foto’s van de aldus “gekooide” leeuwen te bekijken op de beeldbank van het gemeentearchief Vlissingen). In april 1976 was de nieuwe zeewering en de nieuwe verhoogde Leeuwentrap klaar. De leeuwen keerden weer terug op de plek waar ze sinds 1909 hadden gestaan, aan de voet van de Leeuwentrap. In 1975 werd door de VPRO de film “Trap naar Zee” uitgezonden. In deze documentaire van Hans Verhagen wordt verslag gedaan van de verhoging van de Boulevard in Vlissingen en de voorgenomen sloop van de Leeuwentrap.
Vanwege restauratie logeerden de beelden in 2007 enkele maanden in een atelier in Goes (zie foto hierboven). Daardoor was de Leeuwentrap enige tijd leeuwenloos. De restauratie was nodig omdat onder meer de jarenlange blootstelling aan de zeewind sporen had nagelaten. Ook waren de beelden in de Tweede Wereldoorlog beschadigd geraakt. In de omgeving van de Leeuwentrap is in WO2 zwaar gevochten. Het Duitse hoofdkwartier zat in Hotel Britannia op de Boulevard, vlakbij de plek waar de leeuwen staan. De beelden hebben diverse kogel- en granaatscherf inslagen te verwerken gehad. De restaurateur kon heel goed het verschil zien tussen de oorlogsbeschadigingen en andere schade. Vanwege het historische belang heeft hij de in de oorlog opgelopen beschadigingen niet allemaal weggewerkt.
Meer foto’s vindt u op de fotopagina.